Mary Jones en haar Bijbel
 
Dit prentenboek is geschreven door een juf (Ditteke Klaasse-den Haan).
Het gaat over Mary Jones.
Mary Jones leefde jaren geleden in Engeland, ca. 1800.
Geboorteplaats van Mary

 

 
Het dorp waar ze woonde, heet Llanfihangel-y-pennant.
In de tijd van Mary Jones waren er weinig Bijbels te koop.
En een Bijbel was ook heel erg duur.
Het Welse landschap
 
Daar bij die rode cirkel, ligt het dorp waar Mary Jones woonde.
Mary hoorde graag uit de Bijbel vertellen. Dat deed haar vader op zondag.
Maar ze zou zo graag zelf de Bijbel leren lezen.
Eens Mary’s geboortehuis …
 
Op deze plek stond eens het geboortehuis van Mary Jones.
Bij Mary thuis hadden ze geen Bijbel.
Daar waren haar vader en moeder te arm voor.
Er waren dus te weinig Bijbels in het land,
en de Bijbels die er waren, waren zó duur!
Toen maakte Mary een plan.
Ze ging zelf sparen voor een Bijbel!
Herdenkingszuil
 
Hier zie je een gedenksteen.
Je ziet een opengeslagen Bijbel in steen.
En daaronder staan allemaal woorden.
Er staat ook een naam op: Mary Jones.
Herdenkingszuil (tekst)
 
Mary Jones ging dus geld sparen om een Bijbel te kopen.
Toen ze genoeg geld had, ging ze op reis.
Op reis om een Bijbel te kopen.
Dat staat ook op deze zuil:
Ter gedachtenis aan MARY JONES, die in het jaar 1800 op de leeftijd van 16 jaar van hier naar Bala liep, om van ds. Thomas Charles een Bijbel te kopen in het Welsh.
Ze ging dus lopend op reis om een Bijbel te kopen.
De Cadair Idris
 
Maar nu is Mary Jones nog thuis. (In Llanfihangel-y-pennant.)
Ze zit op een oud bankje, aan de voorkant van het huis waar ze woont.
Mary kijkt stil voor zich uit.
Ze ziet een berg, de berg Cadair Idris
Wat is die hoog!
Cadair Idris en Moría
 
Wat is die berg hoog!
Er is vast een steil pad, denkt Mary.
Dat was bij de berg Moría ook.
Daar klom Abraham omhoog.
Samen met Izak.
Die droeg het hout.
Maar Izak vroeg: Waar is het lam?
Opeens zegt Mary zomaar hardop wat er in de Bijbel staat:
God zal Zichzelven een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon.
Mary denkt ook aan het verhaal van de Heere Jezus.
Eerst klom Hij de berg op om te bidden.
Dat was bij een meer.
Toen ging Hij met Zijn discipelen varen op het meer.
Maar er kwam een grote storm.
O, denkt Mary, als de Heere Jezus nu nog leefde …
Wat zou Hij mij dan veel kunnen vertellen!
Mary! Mary! Kom je eten?
Mary schrikt op.
Heeft ze hier zo lang zitten denken?
Wist ze nog maar meer verhalen uit de Bijbel …
Wat jammer dat ze zelf geen Bijbel hebben.
Verdrietig staat Mary op en loopt naar binnen.
Moeder, vraagt Mary,
waarom hebben we geen Bijbel?
Dan zou ik de verhalen die ik ’s zondags hoor, zelf kunnen leren lezen.
St Michaels Church
 
Mary en haar moeder gaan naar de kerk toe.
Ze moeten goed opletten.
De weg is vol kuilen en hobbels.
Toch komen ze veilig bij de kerk.
Binnenkant van de kerk
 
Hier zie je een gedenksteen.
Je ziet een opengeslagen Bijbel in steen.
En daaronder staan allemaal woorden.
Er staat ook een naam op: Mary Jones.
Mary naar de kerk
 
De dienst is al begonnen.
Boer Evans schuift een stukje op.
Zo kunnen moeder en Mary ook nog in de bank.
Mary is het enige kind in de kerk.
Mary zit altijd heel stil en luistert goed.
Er komt een school in Abergynolwyn
 
Er gaan twee jaar voorbij.
Mary is nu al tien jaar.
Maar nog steeds kan ze niet lezen …
En nog steeds is er geen Bijbel in huis …
Mary helpt haar moeder elke dag.
Dan kan moeder vader helpen bij het weven.
Op een dag komt vader thuis uit de stad.
Mary, zegt vader, je mag leren lezen …
Er wordt een school gebouwd.
En er is al een meester.
Over drie weken begint de school.
Maar je moet wel drie kilometer lopen.
O vader … ! roept Mary blij.
Is het écht waar?
Mag ik écht naar school?
Dan kan ik leren lezen!
Leren lezen ook uit de Bijbel …
Abergynolwyn
 
De plaats waar Mary Jones naar school ging, heet Abergonylwyn.
Er staat nu nóg een schooltje.
Maar daar zitten maar 18 leerlingen op …
Zelf Bijbellezen …

 

Hier zie je een gedenksteen.
Je ziet een opengeslagen Bijbel in steen.
En daaronder staan allemaal woorden.
Er staat ook een naam op: Mary Jones.
Mary’s tocht
 
Mary Jones werkt om geld te verdienen.
Wat moet dát mooi zijn, denkt Mary,
als ik elke dag in de Bijbel kan lezen …
Mary bidt bij haar bed:
Heere, krijg ik snel een Bijbel van U?
Na zes jaar sparen heeft ze genoeg geld om een Bijbel te kopen.
Mary is dan 16 jaar.
Maar in haar eigen dorp is geen Bijbel te koop.
Ze vraagt aan de dominee: Weet u waar ik een Bijbel kan kopen?
De dominee zegt:
Dan moet je helemaal naar Bala.
Daar woont dominee Edwards.
Die weet wel waar dominee Charles woont.
Heel misschien heeft dominee Charles er nog een.
Naar Bala, dat is een lange reis, 45 kilometer ver.
Op blote voeten …
 
Mary neemt afscheid van haar vader en moeder.
Moedig begint ze aan de lange tocht naar Bala.
Het Tal-y-llyn Meer
Pont Helygog Bridge, Brithdir
Voeten wassen in de beek
 
’s Middags komt Mary langs een beekje.
Daar spoelt ze haar vuile voeten schoon.
Nu merkt Mary pas hoe moe haar voeten zijn!
Eindpunt genaderd: Bala Meer
 
In de verte ziet ze het stadje Bala.
Nog een klein stukje!
Dan is de reis van 45 kilometer voorbij.
Moe komt Mary in Bala aan.
Algauw vindt ze het huis van dominee Edwards.
Dominee Edwards doet zelf de deur open.
Dag meisje, zegt hij vriendelijk. Vertel eens, wat kom je doen?
Ik wil graag een Bijbel kopen, antwoordt Mary.
Weet u waar dominee Charles woont?
Ja, zegt dominee Edwards, dat weet ik wel.
Bij ds. Charles
 
Mary loopt met dominee Edwards naar
het huis van dominee Charles.
Hoopvol kijkt Mary dominee Charles aan.
Zou dominee Charles een Bijbel voor haar hebben … ?
Toch een Bijbel voor Mary
 
Dominee Charles draait zich om naar de boekenkast.
Hij pakt een Bijbel en geeft hem aan Mary.
Mary, zegt hij, lees er veel in.
Onthoud wat je leest.
En leef zoals de Bijbel het ons leert.
Dan begint Mary weer te huilen.
Ze heeft zélf een Bijbel … !
Een bijbelstichting
 
Er moeten nieuwe Bijbels gedrukt worden, denkt dominee Charles.
Hoe kan ik daarvoor zorgen?
Dominee Charles denkt:
ik ga er met mijn vrienden over praten.
Ik heb een plan, zegt dominee Charles.
We richten een bijbelstichting op.
Dan verzamelen we geld.
En laten we nieuwe Bijbels drukken voor Engeland.
Weet je wat we doen? roept iemand anders blij.
We maken nieuwe Bijbels voor Engeland.
Maar óók meteen voor de hele wereld!
Dat vindt iedereen een goed plan.
Zo wordt er in Engeland een bijbelstichting opgericht.